Wijzigingen in de traditiestructuur van de Koninklijke Landmacht komen niet vaak voor. De oprichting van een compleet nieuw Wapen is op zich al uniek. Uniek is ook de naamgeving. Sinds 20 november 2020 is de Koninklijke Landmacht maar liefst vier nieuwe traditieverbanden rijker.[1] Allereerst een nieuw Wapen van de Informatiemanoeuvre, dat bestaat uit de twee korpsen Inlichtingen & Veiligheid (I&V) en Communicatie & Engagement (C&E). Daarnaast werden drie tankregimenten samengevoegd tot het tankregiment Huzaren Prinses Catharina-Amalia.[2] De korpsen I&V Prinses Alexia en C&E Prinses Ariana zijn vernoemd naar de jongere zussen van de Prinses van Oranje.[3] En passant werd de naam van het oudste infanterieregiment aangevuld.

Bgen prof. dr. Paul Ducheine, lkol Corstiaan de Haan MA, en kol Norbert Moerkens MA*

Overhandiging van het Koninklijk Besluit door lgen C-LAS Martin Wijnen aan de commandant van het Korps C&E Prinses Ariane. Foto Dennis Boom

In deze bijdrage lichten we de achtergrond toe van de oprichting van de nieuwe verbanden, met name van het nieuwe Wapen. Het doel is enerzijds de ontstaansgeschiedenis van deze verbanden te reconstrueren en vast te leggen. Anderzijds komen een aantal conceptuele en operationele ontwikkelingen inzake het militaire (land)optreden aan de orde die bij de verschillende beslismomenten een rol speelden. Deze reconstructie wordt chronologisch en vanuit beide perspectieven – traditie en conceptueel/operationeel – gepresenteerd. Vanwege de vastlegging worden de betrokken commandanten, functionarissen en adviseurs met naam en toenaam genoemd.

Allereerst keren we terug naar 2016 als Commandant 1 Civiel en Militair Interactie Commando (1CMICo) de Traditiecommissie Koninklijke Landmacht (TCKL) benadert met de vraag of zijn eenheid als een traditieverband kan worden aangemerkt. Vervolgens belichten we een aantal andere traditiekwesties die zich tijdens de advisering over dit verzoek aandienden. Daarna volgt een beschrijving van de besluitvorming waarin het traditieverband rondom de functionaliteit Communication & Engagement wordt bevestigd, en waarin ook tot herindeling van de Cavalerie besloten wordt. Aansluitend presenteren we een parallel traject van plan- en visievorming binnen de landmacht en de Bestuursstaf dat verband hield met toekomstig optreden en inrichting van de landmacht en dat gevolgen had voor traditieverbanden (en vice versa). We vervolgen met de finale besluitvorming waarin ook keuzes voor de Cavalerie werden gemaakt. Ten slotte staan we stil bij de uitmonstering en de naamgeving van de nieuwe verbanden.

De aanloop: 1 Civiel en Militair Interactie Commando

In mei 2016 typeerde lkol dr. Joris van Esch, Commandant 1CMICo, ‘het ontbreken van een zichtbare traditie bij [zijn] eigen eenheid en vakgebied als een gemis’ en vroeg de TCKL daarbij om hulp. 1CMICo is belast met taken in de sfeer van civil military cooperation, psychological operations en communication & engagement. Naast deze nichecapaciteiten zijn ook de meeste Reservisten Speciale Deskundigheid bij de eenheid ondergebracht. Voor zover deze geen militaire achtergrond hebben en het landmachters betreft, worden ze standaard ingedeeld bij het regiment Bevoorradings- en Transporttroepen (B&T).[4] Onder deze ruim 800 reservisten, in rang variërend van luitenant tot kolonel, bevinden zich zeer diverse specialismen: ‘van rechter tot rioleur, […] van cyber-specialist tot cultureel-antropoloog’. Ook het beroepspersoneel van de eenheid, ongeveer 100 vte, is divers en afkomstig van alle krijgsmachtdelen. Onder hen bevinden zich landmachters uit diverse wapens en dienstvakken. De C&E-specialisten van de landmacht kennen bovendien een functionalisatie.[5] Commandant 1CMICo stelt dan ook vast dat hij dit ‘uit het oogpunt van eenheidsvorming c.q. esprit de corps […] voor zowel de reservisten als het beroepspersoneel geen gewenste situatie’ acht.

Bovendien signaleert hij dat de Veteranenvereniging 1CMICo ‘behoorlijk actief’ is en een rol in de richting van veteranen(zorg) vervult die elders bij regimenten en korpsen van de Koninklijke Landmacht wordt behartigd. Kortom: hij zoekt ‘naar de plek van 1CMICo binnen de traditiehandhaving en -beleving van de KL’ en vraagt hoe zijn ‘eenheid en de daaraan verbonden veteranen [daarbinnen] een juiste plek kunnen krijgen’.

Na een korte toelichting agendeert de TCKL de vraag in de loop van 2016. De TCKL onderschrijft al snel de noodzaak van een traditieverband voor de eenheid en de specialismen. Een dergelijk verband lost bovendien twee andere kwesties op. Allereerst is de automatische indeling van reservisten-zonder-militaire-achtergrond bij het regiment B&T niet meer nodig. Dit sluit aan bij een eerder verzoek van de Dienstvakoudste Logistiek en komt de homogeniteit van dit regiment ten goede.[6] Daarnaast kan ook de standaardindeling van C&E-specialisten bij het regiment Huzaren van Boreel (RHvB) vervallen. ‘Boreel’ biedt sinds het opheffen van de tankbataljons onderdak aan zowel alle nieuwe cavaleristen – verkenners én tankers – als de C&E-specialisten, en is daardoor nogal divers.

De TCKL komt tot de conclusie dat dit verband rondom de functionalisatie C&E moet worden opgebouwd. Bovendien stelt ze vast dat het verband als een manoeuvre-element moet worden getypeerd. De hoe-vraag is lastiger te beantwoorden. Verschillende opties passeren de revue; drie mogelijkheden liggen voor de hand.

Optie A is het laten voortzetten van de traditie van een opgeheven traditieverband. Los van de eventuele match met de desbetreffende traditie gaat het dan bijvoorbeeld om het Korps Mobiele Colonnes of het Regiment Infanterie Chassé.[7] Optie B betreft de koppeling van 1CMICo met een bestaand traditieverband, hetzij door de eenheid in een ander regiment of korps onder te brengen, dan wel door de eenheid een bestaand traditieverband te laten ‘overnemen’. Optie C is de oprichting van een nieuw traditieverband.

Verschillende voor- en nadelen worden geïdentificeerd. Het voordeel van opties A en B is dat een oude of bestaande traditie kan worden voortgezet, zij het met een nieuwe invulling. Ook heeft dit verband meteen een vaandel of standaard, een belangrijk symbool in de traditiebeleving, al was het alleen al omdat militairen dan op dit vaandel of deze standaard beëdigd kunnen worden. Knelpunt bij oplossing A en B is een potentiële discrepantie tussen de oude/bestaande traditie en de taakstelling van 1CMICo. Voor optie A betekende dit concreet dat het gat met de oude tradities van bijvoorbeeld het Korps Mobiele Colonnes of het Regiment Infanterie Chassé te groot werd geacht. Op dit punt was optie B kansrijker.

Zo wordt bijvoorbeeld verkend of het mogelijk én opportuun zou zijn het wapen der Cavalerie voor dit doel te benaderen. De cavalerie betreft op de eerste plaats een manoeuvre-entiteit. Daarnaast kent de cavalerie in ieder geval één markante gebeurtenis die aanknopingspunten biedt: de overgang van manoeuvre te paard naar gemechaniseerde manoeuvre met tanks (vechtwagens) en pantserwagens. Daarbij moet worden aangetekend dat die overgang niet overal zonder slag of stoot verliep. Zo omarmde de Britse cavalerie pas in 1940 het Tank Corps omdat men dit aanvankelijk geen ‘echte’ cavalerie vond: ‘Steel machines are no horses’. In Nederland verliep de mechanisatie trager. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog bestond de Nederlandse cavalerie uit regimenten met eskadrons huzaren te paard en eskadrons te fiets, twee zelfstandige eskadrons pantserwagens en twee regimenten huzaren motorrijders. Pas in 1946 kreeg mechanisatie voet aan de grond en waren gepantserde verkenningseenheden en tankregimenten voorzien, een omslag die ook hier voor discussie zorgde.[8]

Met andere woorden: de overgang van paard naar tank bracht veel veranderingen met zich mee, waarbij de centrale opdracht – manoeuvre – overeind bleef. Vanuit die gedachte, gesteund door eigentijdse visies op ontwikkelingen in de krijgswetenschappen, is na de stap van paard naar tanks als manoeuvremiddel de overgang van tanks naar informatie als wapen conceptueel niet al te lastig.[9]

Na de stap van paard naar tanks als manoeuvremiddel is de overgang van tanks naar informatie als wapen conceptueel niet al te lastig. Foto Beeldbank NIMH

Los van de voorspelbare scepsis over zo’n wending biedt optie B ook voordelen. Allereerst voor de cavalerie. Deze optie zou groei inhouden voor de tanktraditie, die na het opheffen van 101 Tankbataljon in 2005 en van 11 en 42 Tankbataljon in 2012 drie gestaag slinkende regimenten in huis had. Bovendien zou deze optie in conceptueel opzicht een stap voorwaarts zijn en zou de cavalerie met een andere vorm van slagkracht een wezenlijke bijdrage aan moderne en toekomstige conflicten en operaties kunnen leveren. Ten tweede kan optie B bijdragen aan een heterogenere landmacht, die sinds het opheffen van de tankcapaciteit een smalle manoeuvrecultuur kent. De resterende manoeuvre-eenheden, louter infanterie, omarmden uiteraard de cavaleristen uit de tankeenheden, maar dat verliep wel door een administratieve herindeling. In cultureel opzicht een interessant fenomeen. Dit stond overigens carrièregang allerminst in de weg: meerdere ‘tankers’ schopten het tot bataljonscommandant en regimentscommandant bij de infanterie.[10] In de loop van 2017-2018 blijkt dat de Wapentraditieraad van de Cavalerie optie B niet afwijst.

Optie C – een nieuw traditieverband – bood andere voordelen. Aangemerkt als manoeuvre-element zou dit nieuwe verband ook tot een heterogenere landmacht leiden met een bredere manoeuvrecultuur en -traditie. En nog belangrijker, met een nieuw en blanco traditieverband kon een welkom signaal worden afgegeven: een ‘jong’ operationeel concept, gedragen door een even ‘jong’ verband. Dat dit verband niet van meet af aan een vaandel of standaard zou hebben, werd gecompenseerd door de suggestie te onderzoeken of het verband naar een van de jongste prinsessen vernoemd kon worden. Met een jonge naamgeefster zou 1CMICo een sterk en innovatief ‘gezicht’ kunnen krijgen.

De TCKL heeft uiteindelijk een voorkeur voor optie C en Commandant Landstrijdkrachten wordt aldus in 2018 geadviseerd. Luitenant-generaal Leo Beulen besluit dit advies in beginsel te willen volgen, wat inhoudt dat: (1) het nieuwe verband (regiment of korps staat dan nog open) als een manoeuvre-element wordt getypeerd, (2) 1CMICo of de functionalisatie C&E als het dragende element van het concept informatiemanoeuvre wordt gezien, en (3) onderzoek moet worden gedaan naar de naamgeving. Generaal Beulens keuze voor optie C wordt gedragen door de wens met een geheel nieuw verband en een aansprekende naam een nieuw concept neer te zetten.

Andere traditiekwesties

Hoewel het verzoek van Commandant 1CMICo[11] hiermee een stap dichter bij een oplossing komt, duiken parallelle kwesties op. Allereerst heeft majoor Laurens Reinders, de commandant van het Nederlandse tankeskadron (C-4 (NLD) Cie PzBtl 414) de Wapen & Traditieraad Cavalerie benaderd met het verzoek of zijn eenheid, ingedeeld bij het Regiment Huzaren van Boreel, de traditie van het 1 Eskadron Pantserwagens mag behartigen. Dit verzoek is op 15 oktober 2018 door de Wapenoudste Cavalerie aan de voorzitter van de TCKL ter hand gesteld.

Op de tweede plaats verzoekt kolonel Hans van Dalen, Commandant Joint ISTAR Commando (JISTARC)[12] op 12 mei 2018 Commandant Landstrijdkrachten het functiegebied I&V om te zetten in een zelfstandig wapen. Het functiegebied I&V is net als C&E een functionalisatie binnen de landmacht. Het verzoek kent een deels vergelijkbare onderbouwing als dat van C-1CMICo en beziet ook binding, (h)erkenning, veteranenzorg en professionalisering. Daarnaast benadrukt hij dat in meerdere opzichten reeds een volwassen organisatie bestaat. Dit blijkt bijvoorbeeld uit opleidingen, waaronder een vaktechnische opleiding (VTO) voor de ruim 500 landmachtfuncties voor (onder)officieren.

Ten slotte heeft generaal-majoor Gijs van Keulen, voorzitter van de Wapen & Traditieraad Cavalerie, gebaseerd op de eerdere verkenning (zie Optie B hiervoor), Commandant Landstrijdkrachten een herindeling voorgesteld. De Wapenoudste signaleert dat de drie tankregimenten geen aanwas meer hebben én dat ‘Boreel’ door de diversiteit aan functionaliteiten – tanks, verkenning, C&E, I&V – een heterogeen karakter heeft dat niet altijd te rijmen valt met de klassieke verkenningstraditie. De Wapenoudste stelt voor de tankregimenten met de operationele tankcapaciteit samen te voegen, waardoor een levensvatbaar regiment ontstaat dat de tanktradities voortzet. Door de overgang van het Nederlandse tankeskadron naar dit samengestelde tankregiment en door de overgang van C&E-personeel naar het nieuwe verband rond 1CMICo, kan ‘Boreel’ zich bovendien concentreren op de verkenningstraditie sec.

Knopen doorhakken

Een en ander leidt tot een besluitvormende bijeenkomst in Den Haag op 15 oktober 2018.[13] Daarbij worden twee kwesties beslecht en twee moeten nader worden uitgezocht. Allereerst wordt bevestigd dat een nieuw traditieverband voor 1CMICo wordt opgericht, waarbij ook de elders ingedeelde C&E-functionaliteiten aan dit regiment of -korps worden gekoppeld. Het regiment of korps is een manoeuvre-entiteit en wordt naast de bestaande manoeuvrewapens, Infanterie en Cavalerie, gepositioneerd. De transitie naar dit regiment/korps moet worden voorbereid.

Ten tweede herschikt de Cavalerie zich in twee regimenten. Een verkenningsregiment Huzaren van Boreel, bestaande uit de verkenningseenheden binnen JISTARC en de Brigadeverkenningseskadrons.[14] In de toekomst eventueel aan te vullen met recce strike-capaciteit. Daarnaast gaan de drie tankregimenten samen in een zwaar regiment dat de operationele tankcapaciteit bevat, alsmede het Cavalerie Ere-Escorte en de Fanfare Bereden Wapens. Eventuele nieuwe zware capaciteiten zoals een direct firing platform kunnen hier in de toekomst onderdak krijgen. Dit tankregiment zet de tradities voort van de regimenten Huzaren van Sytzama, Huzaren Prins Alexander en Huzaren Prins van Oranje. Het verzoek tot het onderbrengen van de traditie van 1 Eskadron Pantserwagens in het Nederlandse tankeskadron wordt door de TCKL met een advies aan Commandant Landstrijdkrachten voorgelegd.[15] De vraag van C-Joint ISTAR Commando tot de oprichting van een Wapen voor I&V moet nader worden onderzocht.

De Cavalerie herschikt zich in twee regimenten, waarvan het verkenningsregiment Huzaren van Boreel er één is. Foto MCD, Evert-Jan Daniels

Plannen, operationele ontwikkelingen en onderzoek

Naast deze traditieoverweging spelen operationele kwesties en plannen ondertussen een belangrijke rol. De landmacht ontwikkelt in deze periode (2018) de toekomstvisie op het landoptreden. Deze visie, Veiligheid is vooruitzien - De toekomstvisie Koninklijke Landmacht, wordt gepubliceerd op 5 november 2018. Het document is het startpunt voor het schrijven van het Operationeel Kader Landoptreden. Dat kader beschrijft een aantal uitdagingen, de consequenties daarvan voor het landoptreden en de afgeleide ontwikkelrichtingen die onder andere (experimenteeromgevingen voor) cybercapaciteiten en de verbinding tussen mens-techniek bevatten. Ook de noodzaak tot de doorontwikkeling van het tankwapen (bijvoorbeeld een direct firing-platform), recce strike-capaciteit en het verder professionaliseren van Communication & Engagement onderstrepen de noodzaak voor vernieuwing.

Binnen de Directie Plannen van de Bestuursstaf liggen inmiddels twee studies – informatie als wapen[16] en informatie als randvoorwaarde – die later (deels) opgaan in de studie Informatie Gestuurd Optreden (IGO). Enerzijds gaat het om de randvoorwaarden voor vredesbedrijfsvoering, gereedstelling en inzet door tijdig de juiste informatie te hebben waardoor sprake is van ‘understanding’. Understanding, het inzien wat speelt en doorzien wat daarmee of daaraan te doen, is essentieel voor effectieve (en efficiënte) besluitvorming. Anderzijds kan na besluitvorming langs andere dan louter fysieke weg een beoogd resultaat gerealiseerd worden. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van ‘harde’ cybercapaciteiten door het Defensie Cyber Commando in de virtuele dimensie, of aan de inzet van ‘zachte’ (cyber)capaciteiten zoals informatieactiviteiten vanuit 1CMICo in de cognitieve dimensie.

Uiteraard vallen ondertussen ook ontwikkelingen bij bondgenoten op. In het Verenigd Koninkrijk manifesteert zich bijvoorbeeld 77 (UK) Brigade, thans onderdeel van 6 (UK) Division. De brigade is vernoemd naar de 77th Indian Infantry Brigade, die deel uitmaakte van de Chindits, een Indiase guerrillastrijdmacht. Ze bevat onder andere capaciteiten voor gedragsanalyse, veiligheidsstructuren, digitale operaties, mediaoperaties en civil affairs. In de Aziatische krijgswetenschappen neemt de informatie-omgeving dan al geruime tijd een belangrijke plaats in. Niet enkel de algemene stratagem van Sun Tzu inspireren, ook het fameuze Unrestricted Warfare van twee Chinese senior-kolonels uit 1999 en het concept van Three Warfares springen in het oog.[17]

Deze trends, waarbij het gecoördineerd en gesynchroniseerd manoeuvreren in drie dimensies – fysiek, virtueel en cognitief – op strategisch, operationeel of tactisch niveau centraal staat, maken ook deel uit van krijgswetenschappelijk en adviserend onderzoek binnen Nederland. Naast de gebruikelijke TNO-[18] en HCSS-studies,[19] zijn ook de landmacht[20] en de vakgroep Krijgswetenschappen op de NLDA[21] actief met op elkaar aansluitende publicaties. Deze studies lopen parallel met twee activiteiten in de Bestuursstaf: de inrichting van de Counter Hybrid Unit bij de directeur Generaal Beleid en de voorbereidingen voor de Defensievisie 2035 door de minister.

Een nieuwe commandant en meer besluiten

In de loop van 2019 komen een aantal zaken bij elkaar. Allereerst wordt een eerste concept van een implementatienota voor de oprichting van een korps C&E opgesteld. Het doel daarvan is de actiepunten voor en de consequenties van de oprichting van het korps in kaart te brengen en stakeholders (binnen en buiten de Landmachtstaf) te betrekken. Dit leidt er toe dat luitenant-kolonel Yvonne Schroeders, de inmiddels nieuw aangetreden commandant van 1CMICo, medio 2019 een Plan van Aanpak gereed heeft.

Dit plan van aanpak wacht op stafbehandeling als een nieuwe Commandant Landstrijdkrachten, luitenant-generaal Martin Wijnen, in augustus 2019 aantreedt. Hij omarmt het inmiddels uitgebrachte advies van de TCKL om ook een korps I&V op te richten en hij besluit dit naast het korps C&E in een nieuw Wapen van de Informatiemanoeuvre onder te brengen. Het wapen komt als derde manoeuvre-entiteit naast de wapens der Infanterie en Cavalerie. Daardoor ontstaat een impuls om – naast manoeuvreren in de fysieke dimensie – invulling te geven aan activiteiten in de virtuele en cognitieve dimensie.

C-LAS verbindt zo de oprichting van het wapen aan de doorontwikkeling van de landmacht. Concreet verlangt hij een inhoudelijke koppeling met de landmachtvisie op Informatie Gestuurd Optreden die onder verantwoordelijkheid van de directeur Kennis en Ontwikkeling CLAS (bgen Jean-Paul Duckers) wordt voorbereid. Deze studie, een annex bij het Operationeel Kader Landoptreden, moet in het voorjaar van 2020 gereed zijn.

Ten slotte wordt de oprichting van het nieuwe Wapen en de herschikking binnen de Cavalerie als een project gedefinieerd. Kolonel Ed van de Broek wordt als projectleider aangesteld, een werkgroep en klankbord worden samengesteld en het geheel krijgt zodoende integrale stafbehandeling. De totale samenhang van dit project is schematisch weergegeven in Figuur 1.[22]

Figuur 1 Schematische weergave totale project (Presentatie TCKL Landmachtraad 12 mei 2020

Emblemen en kleuren

De voorbereiding binnen de TCKL en betrokken eenheden komen zo eind 2019-begin 2020 goed op stoom. Uit de diverse door 1CMICo en JISTARC aangeleverde ideeën en modellen wordt, na een intensief proces tussen de Uniformcommissie van de TCKL en de eenheid, allereerst het ontwerp voor het korps C&E vastgesteld (door C-LAS).

De keuze valt op het schaakstuk paard, met gekruist een papyrusrol en een neerwaarts gericht zwaard. Het schaakstuk kan – als enige – over andere stukken heen springen en staat internationaal symbool voor militaire informatie-operaties. De papyrusrol verbeeldt kennis en informatie en het zwaard staat voor effect en doelgerichtheid. Het zwaard is neerwaarts gericht om de geweldloze wijze van optreden weer te geven. De ondergrond van het embleem is oranje met een lichtgrijze rand. Grijs is de wapenkleur, het oranje staat voor ambitie, kracht en uithoudingsvermogen. Het korps gebruikt het credo Noster Animus, Nostrum Telum: onze geest is ons wapen.

Het embleem van het korps C&E

Het ontwerp voor het korps I&V wordt door de ontwerper van de Uniformcommissie aangepast en mondt uit in de bekende toorts met een naar boven wijzende pijl. De toorts, het internationale symbool voor inlichtingeneenheden, brengt licht in duisternis, vandaar het credo: In Tenebris Lucens. De pijl symboliseert concentratie, snelheid, verdediging en doelgerichtheid. De achtergrond van het embleem is groen met grijs. Groen wijst naar veiligheid en legt een relatie met de jagerseenheden die vanouds werden gebruikt om inlichtingen te vergaren. Grijs, de wapenkleur, verwijst naar onopvallendheid (van inlichtingeneenheden). Het korps I&V zet de tradities voort van 101 Militaire Inlichtingendienst Compagnie zoals die op 1 maart 1954 bij 1 (NL) Legerkorps was opgericht.

Het ontwerp voor het korps I&V

Het nieuwe tankregiment behoudt de vertrouwde Sint-Joris en de Draak op een Nassaublauwe achtergrond als beeldmerk van de Cavalerie. De regimentskleur is hemelsblauw en grijpt terug op de kleur van vroegere zware cavalerieregimenten.[23] Omdat de drie bestaande tankregimenten op zouden gaan in het nieuwe, is overwogen de traditie van de jongere twee over te dragen aan het oudste regiment: Huzaren van Sytzama. Los van die optie, waarbij de regimentskleur ook een variabele was, bestond binnen de Cavalerie de sterke wens tot vernieuwing/verjonging. De keuze voor een nieuwe naam en een nieuwe kleur werd daarom leidend. Verschillende namen passeerden de revue binnen de Wapen- en Traditieraad Cavalerie en de TCKL. Met namen als Prins Maurits en Prins Frederik Hendrik werd aanvankelijk een eerbetoon aan vaderlandse militaire vernieuwers gezocht. Uiteindelijk werd anders besloten en vernieuwing was ook hier het Leitmotiv.

Het embleem voor het nieuwe tankregiment

Naamgeefsters

Kort en goed ontstond de gedachte de nieuwe traditieverbanden te verbinden met de jongste generatie in het Nederlandse koningshuis. Bij Koninklijk Besluit van 13 oktober 2020 werd allereerst bepaald dat het tankregiment naar de Prinses van Oranje vernoemd zou worden: Regiment Huzaren Prinses Catharina-Amalia.[24] Het regiment bestaat uit de Nederlandse tankcapaciteit, waaronder het Nederlandse tankeskadron van het Duitse Tankbataljon 414 en de actief dienende leden van de oude tankregimenten, het Cavalerie Ere-escorte en de Fanfare Bereden Wapens. Als eerste regimentscommandant werd luitenant-kolonel Corstiaan de Haan benoemd.

Tegelijkertijd is bepaald dat de twee korpsen bij het Wapen van de Informatiemanoeuvre naar de jongste dochters van het koningspaar vernoemd worden: het Korps Inlichtingen & Veiligheid Prinses Alexia en het Korps Communicatie & Engagement Prinses Ariane.[25] Het Korps I&V Prinses Alexia bestaat uit 5 (inlichtingen)eenheden van het Joint ISTAR Commando,[26] het Defensie Inlichtingen & Veiligheid Instituut (DIVI), de Dienst Geografie en het I&V-personeel van de landmacht binnen andere eenheden. Het Korps C&E Prinses Ariane bestaat uit 1CMICo, C&E-specialisten bij andere eenheden zoals 1 German-Netherlands Corps en de communicatiespecialisten van de landmacht in de verschillende staven en eenheden. De commandanten van de korpsen I&V en C&E zijn respectievelijk kolonel Jos Brouns (C-JISTARC) en luitenant-kolonel Yvonne Schroeders (C-1CMICo). Als de Wapenoudste van het Wapen van de Informatiemanoeuvre is brigadegeneraal Joland Dubbeldam benoemd.

En passant ging een lang gekoesterde wens in vervulling doordat het oudste regiment van de landmacht de prinselijke titel van zijn naamgever, Prins Johan Willem Friso van Nassau-Dietz (1687-1711), Prins van Oranje en stadhouder van Friesland en Groningen, aan de regimentsnaam mag toevoegen en verder gaat als het Regiment Infanterie Prins Johan Willem Friso.[27]

Manoeuvreren in de informatiemaatschappij

De besluiten, die alle zijn ingegaan 20 november 2020, vinden hun beslag in het aangepaste Traditiebesluit Koninklijke Landmacht, waarin een aantal kleine omissies werd rechtgezet.[28] Vanwege de Covid-19-pandemie werd de oprichtingsceremonie behoorlijk aangepast en uiteindelijk in lijn met het nieuwe Wapen via een livestream uitgevoerd.[29] In een vraaggesprek met Commandant Landstrijdkrachten werd stilgestaan bij het belang van informatiemanoeuvre en de herschikking van de Cavalerie.

Dat fysieke slagkracht en manoeuvreren in de volle breedte van de informatieomgeving – dus in de fysieke, virtuele en cognitieve dimensie – hand in hand gaan, bleek eveneens uit het vraaggesprek met brigadegeneraal b.d. Otto van Wiggen en majoor Rutger Poelakker. Waar de commandant van het Nederlandse tankeskadron Poelakker de fysieke én mentale impact van tankeenheden onderschreef, ging Van Wiggen in op de ontwikkelingen bij bondgenoten en andere krijgsmachten. Centraal stonden daarbij de klassieke stellingen van Sun Tzu: ‘all warfare is based on deception’ en ‘the skillful leader subdues the enemy’s troop without any fighting’. Anno 2021 zijn deze klassieke stellingen in onze informatiemaatschappij onverminderd relevant.

 

* Bgen prof. dr. Paul Ducheine is voorzitter Traditiecommissie Koninklijke Landmacht.

Lkol Corstiaan de Haan MA is lid van de Traditiecommissie Koninklijke Landmacht. Kol Norbert Moerkens MA is Hoofd Strategie & Plannen bij het Commando Landstrijdkrachten.

[1] Besluit van 13 oktober 2020, houdende de wijziging van het Traditiebesluit Koninklijke Landmacht in verband met de oprichting van een nieuw Wapen en twee daaronder ressorterende Korpsen, de samenvoeging van drie Regimenten Huzaren en de aanvulling van de prinselijke titel aan de naamvoering van een Regiment Infanterie, Staatsblad 2020, 435.

[2] Besluit van 13 oktober 2020, houdende het binnen het Wapen der Cavalerie van de Koninklijke Landmacht samenvoegen van het Regiment Huzaren Van Sytzama, het Regiment Huzaren Prins Alexander en het Regiment Huzaren Prins van Oranje tot het Regiment Huzaren Prinses Catharina-Amalia Staatsblad 2020 432.

[3] Besluit van 13 oktober 2020, houdende de oprichting bij de Koninklijke Landmacht van het Wapen van de Informatiemanoeuvre en de oprichting van het daaronder ressorterende Korps Inlichtingen & Veiligheid Prinses Alexia en het Korps Communicatie & Engagement Prinses Ariane, Staatsblad 2020, 433.

[4] Dit is een voortzetting van de oude indeling van de dienstplichtige Reserve Officieren Academisch Gevormd (ROAG-vaandrigs) bij het Regiment Intendancetroepen (later opgegaan in het Regiment B&T). Reservisten zonder militaire achtergrond worden met enkele uitzondingen tot nu (2020) bij dit regiment ingedeeld.

[5] De Koninklijke Landmacht hanteert naast de primaire indeling in wapens en dienstvakken desgewenst een secundaire indeling: I&V, C&E of Personeel & Organisatie (P&O).

[6] Verzoek (per mail) van Dienstvakoudste Logistiek genm drs. Ivo de Jong aan C-Las, 8 september 2017.

[7] De tradities die thans niet worden voortgezet zijn vernoemd in artikel 5 derde lid van het Traditiebesluit KL (Stb 2016, 258): Generale Staf; Intendancestaf; 1ste Regiment Wielrijders; 2de Regiment Wielrijders; Regiment Infanterie Menno van Coehoorn (3de Regiment Infanterie); 4de Regiment Infanterie; Regiment Infanterie Chassé (7de Regiment Infanterie); 10de Regiment Infanterie; Korps Mobiele Colonnes; Vrouwen Hulpkorps/Militaire Vrouwen Afdeling.

[8] Zie de bijdragen van onder andere M.R.H. Calmeyer in de Militaire Spectator in die periode.

[9] Zie daarover meerdere publicaties van bijvoorbeeld de Faculteit Militaire Wetenschappen en (opiniërende) bijdragen in de Militaire Spectator, waaronder het themanummer Information Manoeuvre: Militaire Spectator 189 (2020) (9). Zie: https://www.militairespectator.nl/sites/default/files/bestanden/uitgaven/Militaire_Spectator_09_2020_re.pdf.

[10] Onder andere de kolonels Paul van der Touw (JWF), Cas Schreurs (GGJ), Nico Boom (GFPI), lkol Ralph Goossens (RLJ).

[11] Als commandant is lkol Joris van Esch inmiddels opgevolgd door lkol Marien van den Eijnden.

[12] Joint Intelligence, Surveillance, Target Acquisition & Reconnaissance Commando.

[13] Aanwezig zijn lgen Beulen (Commandant Landstrijdkrachten), genm Van Keulen (Wapenoudste Cavalerie), genm De Jong (Dienstvakoudste Logistiek), bgen Ducheine (voorzitter TCKL) en kol Moerkens (Hoofd Strategie & Plannen).

[14] 11 Brigade Verkenningseskadron (is uit 103 JISTARC Verkenningseskadron gevormd), 42 Brigade Verkenningseskadron, 43 Brigade Verkenningseskadron, 104 JISTARC Verkenningseskadron, JISTARC Stafeskadron.

[15] Het TCKL advies (12 november 2018) dit vooralsnog toe te staan wordt door C-LAS overgenomen.

[16] De studie Delphi is hiervan een belangrijk onderdeel.

[17] Zie onder andere Elsa Kania, ‘The PLA’s Latest Strategic Thinking on the Three Warfares’, China Brief 16 (2016) (3), Jamestown Foundation. Zie: https://jamestown.org/program/the-plas-latest-strategic-thinking-on-the-three-warfares/.

[18] Zie onder andere R.A.E. van der Boor, A.F. van Daalen, M. Duistermaat en T. van Vliet, ‘Behavioural change as the core of warfighting - So now what?’, in: Militaire Spectator 196 (2017) (10) 424-438.

[19] HCSS, ‘Playing to Your Strengths: A Different Perspective on Future Capabilities for the Royal Netherlands Army’, Den Haag, 2018. 

[20] P.A.P. Dekkers, C. Benten en H. Dijkstra ‘Adviesrapport: Informatie als wapen, vector en doelwit’, 2016.

[21] P. Ducheine, J. van Haaster en R. van Harskamp, ‘Manoeuvring and Generating

Effects in the Information Environment’, in: P. Ducheine en F. Osinga (red), NLARMS 2017: Winning without Killing (Den Haag, Asser Press, 2017) 155-179. Zie: https://ssrn.com/abstract=2979287.

[22] Niet in de figuur opgenomen is de doorstroom van C&E- en I&V- specialisten van de andere wapens/dienstvakken naar de nieuwe korpsen.

[23] Dit is ook de kleur van het in 1946 geplande, maar toen niet opgerichte, tankregiment (1e Vechtwagenregiment).

[24] Koninklijk Besluit van 13 oktober 2020, Staatsblad 2020, 432.

[25] Koninklijk Besluit van 13 oktober 2020, Staatsblad 2020, 433.

[26] Deze vijf eenheden zijn: Stafeskadron JISTARC, 105 Field Human Intelligence Compagnie, 106 Inlichtingencompagnie, 108 Technical Exploitation Intelligence Compagnie en 109 Open Source Intelligence Compagnie.

[27] Besluit van 26 oktober 2020, houdende het aanvullen van de naamvoering van het Regiment Infanterie Johan Willem Friso met de prinselijke titel, Staatsblad 2020, 434.

[28] Koninklijk Besluit van 2 juni 2016, Staatsblad 2016, 258. Een van de omissies betrof het opnemen van het in 2004 ingestelde Dienstvak van de Lichamelijke Oefening & Sport in artikel 5 van het Traditiebesluit KL. Tevens werd alsnog de oprichtingsdatum van dit dienstvak bepaald: 29 december 1975.

[29] Zie voor de opname van de livestream: https://www.youtube.com/watch?v=rztNYB1-qs8 (met Engelse ondertiteling).