Om maar met de deur in huis te vallen, of zoals de Amerikanen vaak zeggen bottom line up front (bluf): 2017 wordt het jaar waarin Nederland en defensie zich gaan toeleggen op het ontwikkelen van strategisch inzicht. Het is een goed gebruik om een frisse start te maken in het nieuwe kalenderjaar; nu eens niet met laffe, politiek-correcte voornemens, maar met een ferme oproep. Dat leidt onherroepelijk tot de vraag waarom voor deze oproep is gekozen. Wel, voor het antwoord op deze vraag is het goed om terug te gaan naar eind vorig jaar, eind 2016.  

Op 20 november 2016 lanceerde de Commandant der Strijdkrachten (CDS) in Canada tijdens de Halifax International Security Forum voor het eerst zijn gedachten over de gevolgen van klimaatverandering voor de veiligheid in de wereld. Strijd om schaars voorhanden water en overstromingen kunnen veel menselijk leed veroorzaken. [1] Op 5 december deed de CDS er in een presentatie voor het Planetary Security Initiative in het Haagse Vredespaleis nog een schepje bovenop. Hij stelde dat het conflict in Syrië vooral was ontstaan door droogte. Grote groepen mensen trokken van het platteland naar de grote stad, met uiteindelijk armoede, migratiestromen naar Europa en het uitbreiden van terrorisme als gevolg. [2]

Ondertussen werd op 21 november 2016 een interview van de CDS in NRC Handelsblad gepubliceerd waarin hij toegaf dat de Arabische Lente, de annexatie van de Krim en de opkomst van IS hem voor een groot deel hebben verrast. [3] Dat is opvallend, want de verschillende berichten van de CDS ogen tegenstrijdig: enerzijds weten wat de oorzaken van conflicten zijn, anderzijds de opkomst van recente brandhaarden niet goed zien aankomen.

Het kwam de CDS op veel kritiek te staan. Op 10 december 2016 betichtte de Volkskrant de CDS er zelfs van een selectieve, misleidende draai aan de werkelijkheid te geven. Wie de Arabische Lente en de bloedige ontsporingen daarvan geheel in het teken plaatst van klimaatveranderingen en daarbij geen andere factoren, zoals geopolitieke overwegingen, religieuze en etnische tegenstellingen, aanstipt heeft een zeer selectieve kijk op conflicten, aldus de krant. [4]

Het gaat er in dit geval niet om wie er nu gelijk heeft. Maar het legt wel een onderliggend vraagstuk bloot: hoe is het tegenwoordig in Nederland en binnen defensie gesteld met het strategisch inzicht? Een prangende vraag, die de top van het ministerie van Defensie indringend moet bezighouden. De CDS zelf vroeg zich in het genoemde NRC-interview af: ‘Hoe kunnen we dat voorspellend vermogen nu verbeteren?’ [5] En daar zit de crux, want zonder strategisch inzicht is het niet mogelijk te voorspellen.

De constatering dat het momenteel binnen de krijgsmacht aan strategisch inzicht ontbreekt, is niet nieuw. Al op 10 juni 2013 luidde prof. dr. Isabelle Duyvesteyn in haar oratie bij de aanvaarding van het bijzonder hoogleraarschap Strategische Studies in Leiden de noodklok. Zij sprak over ‘strategisch analfabetisme’: de politieke leiding en topmilitairen waren verleerd om strategisch te denken. Te grote, onduidelijke of abstracte doelen in combinatie met beperkte middelen, leiden tot een ondeugdelijke strategie, aldus Duyvesteyn. [6]

Ze is niet de enige wetenschapper die dit strategische onvermogen vaststelt. In mei 2016 constateerde prof. dr. Herman Amersfoort in zijn artikel in de Militaire Spectator de teloorgang van de militaire strategie.[7] Amersfoort geeft in zijn artikel aan dat de Task Force Uruzgan, de laatste grote operatie van de Nederlandse krijgsmacht, destijds is uitgezonden zonder dat daaraan enige strategie ten grondslag lag. Nederland is zijn strategische denkvermogen kwijtgeraakt. De politiek-ambtelijke en militaire leiding van Nederland is niet meer in staat een strategie te ontwikkelen, ziet daar de noodzaak niet toe of weet niet meer wat deze is, aldus Amersfoort. Bovendien ontbreekt het in Nederland aan strategen met een voorspellend vermogen, gericht op veiligheidssituaties. [8] De staven van de Nederlandse krijgsmacht zijn de laatste decennia verstrikt geraakt in bedrijfsvoering, doelmatigheidsvraagstukken en bureaucratische beslommeringen.

Dit is triest! Te meer omdat veel veiligheidsexperts van mening zijn dat Nederland momenteel met een veelheid aan dreigingen wordt geconfronteerd. ‘Hybride dreigingen’ heet dat tegenwoordig. Volgens het in december 2016 verschenen magazine Nationale Veiligheid en Crisisbeheersing van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid gaat het bij hybride dreigingen om een gecoördineerde, complexe mix van gebeurtenissen, middelen of fenomenen. Ze worden veelal ingezet om geopolitieke doeleinden te bereiken, en hebben veiligheidsimplicaties die meestal ongrijpbaar of zelfs ondefinieerbaar zijn. [9]

Hybride dreigingen laten zich niet gemakkelijk afbakenen en daarom wordt de verwevenheid van nationale en internationale veiligheid steeds groter. Het kenmerkende aan het uitvoeren of bestrijden van hybride dreigingen is de geïntegreerde aanpak van militaire maar ook niet-militaire middelen, denk hierbij aan diplomatie, economische maatregelen, digitale activiteiten, desinformatie en ook andere vormen van psychologische beïnvloeding. [10] Het is een kunst deze middelen goed op elkaar af te stemmen om de voorgenomen doelstelling te bereiken. Tegelijkertijd vergt het een goed overzicht en een juiste beoordeling om in een reeks van incidenten een samenhangende vorm van optreden van een mogelijke opponent te onderkennen.

Een dergelijke aanpak vergt strategisch inzicht. Boeken staan vol met definities van strategie. Verschuilen achter een gebrek aan kennis is dus geen optie! Een strategie is niet louter een plan dat uiteenzet wat het te bereiken doel is, hoe dit bereiken en met welke middelen. Plannen zijn veelal intern gericht en hebben slechts een relatieve reikwijdte, want ze moeten worden gerealiseerd tegenover een opponent die meedenkt en zelfstandig optreedt.

Een strategie vergt meer. Ze is ook extern gericht, anticipeert op de tegenzetten van de opponent. Daarom is het opzetten van een succesvolle strategie geen sinecure. Volgens prof. Amersfoort is een superieur beoordelingsvermogen noodzakelijk om tot strategisch inzicht te komen.[11] Helaas ontbreekt in Nederland en bij Defensie dat strategisch inzicht, terwijl het met mogelijke dreigingen aan de NAVO-oostflank, de migratiestromen, extremisme, terroristische aanslagen en andere dreigingen nu juist zo nodig is. Dat moet rap veranderen!  

Kortom, word wakker! En laat 2017 het jaar worden waarin Nederland en defensie zich weer gaan toeleggen op het ontwikkelen van strategisch inzicht!

 

[1] Website The Center for Climate & Security: Climate on the Halifax International Security Agenda. https://climateandsecurity.org/2016/11/21/c/. 

[2] Website Rijskoverheid: Toespraak van generaal T.A. Middendorp, bij het Planetary Security Initiative. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/toespraken/2016/12/05/speech-by-netherlands-chief -of-defence-on-the-occasion-of-the-planetary-security-initiative.

[3] E. Steenbergen, ‘Hoogste militair: tijd om te investeren in de krijgsmacht’, in: NRC Handelsblad, 21 november 2016

[4] P. Brill, ‘Nederlands hoogste militair ontdekt een nieuwe vijand’, in: de Volkskrant 10 december 2016.

[5] Zie noot 3.

[6] I.G.B.M. Duyvesteyn, Strategisch analfabetisme. De kunst van strategisch denken in moderne militaire operaties, (Leiden, Universiteit Leiden, 2013) 4

[7] H. Amersfoort, ‘Nederland, de weg kwijt. Over de teloorgang van de militaire strategie en de noodzaak van geschiedenis’, in: Militaire Spectator 185 (2016) (5) 217-231.

[8] Idem. Zie: www.militairespectator.nl/sites/default/files/uitgaven/inhoudsopgave/Militaire%20Spectator%205-2016%20Amersfoort.pdf.   

[9] P. Gelton et al, ‘Voorwoord – hybride dreigingen’, in: Ministerie van Veiligheid en Justitie, Nationaal Coordinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, Magazine Nationale Veiligheid en Crisisbeheersing 14 (2016) (5/6) 3.

[10] Ibidem

[11] Zie noot 7, 223.